Het dier dat bekend staat als de beste vriend van de mens is waarschijnlijk niet één keer, maar meerdere keren ontstaan uit wolven. Op totaal verschillende plekken. En ook nog eens veel eerder dan wetenschappers tot nu toe dachten.
In alle uithoeken van de wereld houden mensen honden. Volgens een schatting uit 2001 lopen er maar liefst 400 miljoen van deze trouwe viervoeters rond op aarde. Maar waar komen al die honden oorspronkelijk vandaan?
Biologen zijn het min of meer met elkaar eens dat de eerste honden zijn ontstaan uit wolven die er profijt van hadden in de buurt van mensen te wonen, en die langzaamaan tam werden. Maar wanneer, of waar die eerste honden zijn ontstaan, daar is flink wat discussie over. Volgens een recente DNA-analyse bijvoorbeeld zijn alle moderne honden terug te leiden tot gemeenschappelijke voorouders die zo’n 16.000 jaar geleden in de buurt van de Chinese Yangtze rivier leefden. Terwijl een andere uitgebreide DNA-studie lijkt aan te tonen dat honden ooit zijn ontstaan in het Midden-Oosten.
Nieuw onderzoek dat deze week in PloS One staat komt met een hele andere theorie. Volgens een internationaal team onder leiding van de Rus Nikolai Ovodov bestonden er al honden voor het laatste glaciale maximum (het hoogtepunt van de laatste ijstijd). Zij baseren zich op enkele schedels van vroege hondachtigen. Een van die schedels werd gevonden in een Siberische grot; de ander in België.
Ovodov en zijn collega’s besteden in hun artikel het meeste aandacht aan de Siberische hondenschedel. Dit is degene die zij zelf hebben onderzocht. Ze hebben de schedel vergeleken met schedels van zowel moderne als vroegere honden en wolven, en de ouderdom ervan bepaald via de C14-methode. De Siberische schedel blijkt zo’n 36.000 jaar oud te zijn. Veel ouder dus dan het moment dat de eerste honden zouden zijn ontstaan volgens de recente DNA-onderzoeken. Het dier waar de schedel ooit aan toebehoorde hield het waarschijnlijk midden tussen een hond en een wolf. Sommige kenmerken van de schedel, zoals de korte snuit, zijn typisch hondachtig. Andere, zoals de dichtheid van de tanden in de kaak, zijn meer wolfachtig.
De in België gevonden schedel is ongeveer even oud als de Siberische. En ook deze schedel houdt het qua kenmerken midden tussen de schedel van een hond en een wolf. Wel zijn deze kenmerken weer net iets anders dan bij z’n Siberische tegenhanger. En hoewel Ovodov en zijn collega’s betwijfelen of de Siberische en Belgische honden het hoogtepunt van de ijstijd overleefd hebben, wijst de ontdekking van deze schedels er volgens hen op dat wolven meerdere keren zijn uitgegroeid tot honden. Op totaal verschillende plekken. Dat zou ook een mooie verklaring zijn voor de tegenstrijdige resultaten uit de andere onderzoeken.