Hoe de vrolijke Beagle eruit hoort te zien staat beschreven in de rasstandaard. In Europa wordt dit vastgesteld door de Fédération Cynologique Internationale (FCI). Deze Internationale organisatie zorgt voor de erkenning van rassen en beschrijft zowel de uiterlijke kenmerken van een hond als het temperament en karakter. Voor de Beagle worden in Europa de raskenmerken van de Engelse Beagle gebruikt. In de Verenigde Staten wordt voor de Amerikaans Beagle een vergelijkbare rasstandaard gebruikt, maar deze vertoont wel een paar kleine verschillen. Hieronder vertellen we je meer over het uiterlijk van de Beagle en de verschillen tussen de Engelse Beagle en de Amerikaanse Beagle.
Engelse Beagle
Hieronder kun je meer lezen over het uiterlijk van de Engelse Beagle. We vertellen je hoe groot of klein een Beagle mag zijn, hoe zijn bouw is en waar de Beagle volgens de FCI standaard verder aan moet voldoen.
Bouw
De Engelse Beagle een stevige compact gebouwde hond met een rechte, korte rug. Hij heeft een diepe borstkas die tot net onder de ellebogen loopt en zijn buik mag niet te veel opgetrokken zijn. De Beagle heeft stevige rechte voorpoten en sterke gespierde dijen. Toch ziet hij er niet grof of log uit. Zijn staart heeft een matige lengte en is hoog aangezet. Het is een stevige staart die goed bedekt is met haar, ook aan de onderzijde. Verder wordt hij hoog gedragen, maar krult hij niet over de rug. De schofthoogte van een Engelse Beagle moet tussen de 33 en 40,5 cm zijn en het gewicht hoort tussen de 10 en 18 kg te liggen.
Kop en hals
De Beagle heeft een voldoende lange hals om al lopend – met z’n neus bij de grond – een spoor te volgen. Hij heeft een lange kop met een krachtige, maar niet grove, uitstraling. Bij teefjes is de kop iets verfijnder. Het uiteinde van de neus is breed en zwart of donker van kleur. Hij heeft wijde neusgaten en hangende lippen.
De ogen van de Engelse Beagle zijn vrij groot en donkerbruin of hazelnootkleurig. Ze puilen niet uit, maar liggen ook niet diep. Ze staan goed uit elkaar waardoor de Beagle een vriendelijke uitdrukking heeft op z’n gezicht. De Beagle heeft lange, grote oren met een afgeronde punt.
Vacht
De vacht van de Beagle is kort en beschermt de hond goed tegen verschillende weersomstandigheden. Een ruwharige Beagle of langharige Beagle is volgens de FCI rasstandaard niet toegestaan.
De vacht van de Beagle mag elke erkende brakken kleur zijn. Hierdoor is bijvoorbeeld een black and tan Beagle, rode, Beagle. Zandkleurige Beagle en blauwe of grijze Beagle mogelijk. Leverkleur is niet toegestaan en de staartpunt van de Beagle is altijd wit. De meest voorkomende kleurcombinatie is de tricolor met zwart, rood en wit.
Amerikaanse Beagle
De Amerikaanse Beagle (in Europa niet erkend als aparte soort) lijkt heel veel op de Engelse Beagle. Er zijn echter wel een aantal verschillen. Zo mag de Amerikaanse Beagle kleiner zijn dan de Engelse Beagle. Volgens de Amerikaanse rasstandaard zijn er twee Beagle formaten, namelijk de kleine Beagle (tot 33 cm) en de grotere Beagle (33 tot 38 cm). Ook mag de Amerikaanse Beagle niet te veel keelhuid (wam) hebben en mogen zijn lippen niet te aanwezig zijn. Qua kleur, karakter en bouw zijn de Beagle FCI standaard en de AKC standaard nagenoeg gelijk.
Dwerg Beagle of Pocket Beagle
Een Pocket Beagle of Dwerg Beagle is een kleine Beagle. Ze worden ook wel eens Old English Pocket Beagle genoemd, omdat er eeuwen geleden in Engeland ook Pocket Beagles bestonden. Echter zijn de Pocket Beagles van deze tijd ontstaan vanuit de standaard Beagle. Door steeds de kleinste Beagles te selecteren, ontstaat een kleinere Pocket of Dwerg Beagle. Echter komen er veel meer erfelijke ziektes en aandoeningen door bij deze kleine Beagle. Dit heeft ertoe geleid dat de meeste fokkers gestopt zijn met het fokken van de Pocket Beagle of Dwerg Beagle. We raden je om deze reden ook aan om gewoon voor en Engelse Beagle te kiezen als dit ras je aanspreekt.