De kleine fanatieke Jack Russel terriër komt oorspronkelijk uit Devon, Engeland. In het begin van de 19e eeuw begon dominee John (Jack) Russell met het fokken van de perfecte kleine terriër voor de vossenjacht. Hij had een kleine hond nodig om samen te werken met de Foxhounds. De toekomstige Jack Russell moest dan ook klein genoeg zijn om ondergronds te gaan en vossen en andere prooidieren uit hun hol te jagen. Op het moment dat de vos uit zijn hol sprong, konden de Foxhound het dier opjagen en uitputten, waarna de jager het werk af kon maken.
Ontstaan van de Jack Russell
De eerste hond van dominee John Russell was een wit met bruine terrier die hij kocht van de melkboer. Dit teefje, genaamd Trump, was een Fox terriër. Deze naam werd gebruik voor alle kleine terriers die gebruikt werden om vossen uit hun holen te jagen. Dit deden ze vaak door het hol in te kruipen en flink te blaffen. Trump was de fox terrier uit Russells dromen en werd de basis van zijn fokprogramma. Zijn doel was een dappere kleine terriër ontwikkelen met veel uithoudingsvermogen. De Jack Russel mocht de prooi niet doodbijten of ernstig verwonden. De dominee slaagde hierin en de Jack Russel werd erg gewaardeerd door jachtliefhebbers. Dominee Russell was lid van verschillende jachtclubs en hoogstwaarschijnlijk hebben ook andere leden van deze clubs honden van Russell gekocht of gekregen. Door geldproblemen moest de dominee zijn honden zelf meerdere keren verkopen. Toen hij in 1883 overleed waren er alleen nog vier oude Jack Russells over waar niet meer mee gefokt kon worden.
Na zijn overlijden werd de ontwikkeling van het ras gelukkig wel opgepakt door liefhebbers en eigenaren van Jack Russells. Ze waren zich bewust van de goede kwaliteiten van het ras en zetten zelf fokprogramma’s op. Ook werd er een rasstandaard beschreven. Het is heel waarschijnlijk dat de honden in deze nieuwe fokprogramma’s afstamden van dominee Russells terriërs. Rond de start van de 20e eeuw werd Russells naam aan het ras gelinkt.
Ontwikkeling van de Jack Russell en Parson Russell terriër
Omdat de nieuwe fokkers zich richtten op de dassenjacht, wilden ze een kleinere, sterkere terrier. En om dassen uit hun hol te krijgen, moesten de Jack’s sterk zijn en goed kunnen graven. Hiervoor kruisten ze onder andere met Bull terriers. Dit resulteerde in een Jack Russel met korte poten. Het originele – door Dominee Russell gefokte type – staat hoger op de poten en heeft de naam Parson Russell terrier gekregen. Parson is het Engelse woord voor dominee. Het nieuwere type – met kortere poten – is de Jack Russell terriër zoals we hem nu kennen.
Later werd de Jack Russell ook gebruikt als ongediertebestrijder. Ze spoorden muizen en ratten op om ze vervolgens te doden. Dit kwam bijvoorbeeld goed van pas op boerderijen, waar deze kleine knaagdieren veel schade konden aanrichten. Hierdoor heeft de Jack Russell meer een bite-to-kill ontwikkeld dan voorheen en laat hij het niet meer altijd alleen bij blaffen en het opjagen van wild.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was er minder behoefte aan jachthonden en dus ook aan kleine terriërs als de Jack Russell. Dit zorgde ervoor dat de Jack Russel terriër – ook na de oorlog – steeds vaker als familie- en gezelschapshond werd gehouden. Ze werden vanaf dit moment ook gekruist met kleinere terriers, Chihuahua’s en Welsh Corgi’s. Hieruit ontstond onder andere de Russell Terrier.
Jack Russel raserkenning
Verschillende rasverenigingen probeerden erkenning te krijgen voor de Jack Russel. Tot 1900 werd de Parson Jack Russel terrier als één ras gezien waar zowel de hoogpotige als kortbenige Jack Russel onder viel. In 1990 werd de Parson Jack Russel terriër officieel erkend. In 1999 werd de naam veranderd in Parson Russel Terrier. Volgens de rasstandaard is dit de hoogpotige Jack Russell.
Rasverenigingen wilden ook erkenning voor de Jack Russel Terriër – het type met kortere poten – dit werd echter afgewezen. De reden hiervoor was de angst dat de Jack Russel Terriër een showhond zou worden en zijn werkwillende karakter zou verliezen. Uiteindelijk is het gelukt om toch erkenning te krijgen voor de Jack Russell terrier via Australië, een kroonkolonie van Groot-Brittannië. In 2001 kreeg de Jack Russell voorlopige erkenning van de FCI en in 2003 werd het ras officieel erkend. Vanaf dit moment konden pups ingeschreven worden in het stamboek en konden Jack Russells meedoen aan tentoonstellingen. In Groot Brittannië zelf, werd de Jack Russell pas in 2016 officieel erkend.
De Russell Terriër – die ontstond door kruisingen met onder andere Chihuahua’s – is geen erkend ras geworden. Hier is dus ook geen rasstandaard voor, waardoor de honden die Russell Terriër genoemd worden erg van elkaar kunnen verschillen. De Russell Terriër voldoet vaak ook niet aan de rasstandaard van De Parson- en Jack Russell. Zo is een bruine Jack Russell, een zwarte Jack Russell of een Black and Tan Jack Russell niet toegestaan, maar kan een Russell Terriër wel allerlei verschillende kleuren hebben. Deze kleuren ontstaan bijvoorbeeld door te kruisen met de Teckel.
Lees ook: Jack Russell kruisingen
De moderne Jack Russell
Vandaag de dag wordt de Jack Russell voornamelijk als gezinshond gehouden. Door zijn vrolijke, opgewekte karakter zijn veel mensen weg van deze kleine durfal. Hij is nog altijd moedig en trouw en wil graag iets ondernemen met zijn baas. Om deze reden wordt de Jack Russell tegenwoordig ook geregeld gebruikt voor allerlei soorten hondensporten. Op deze manier kunnen ze namelijk ook goed hun energie kwijt. Hondensporten die geschikt zijn voor de Jack Russell zijn bijvoorbeeld Behendigheid, Frisbee en Flyball.
Samenvatting
De Jack Russell is ontstaan in Devon, Engeland, in het begin van de 19e eeuw. Doordat het ras in Groot-Brittannië geen officiële erkenning kreeg, werd de Australische Jack Russell het eerst officieel erkend. De Parson Russell Terriër kreeg daarvoor al wel erkenning in Engeland. Van oorsprong werd de Jack Russell gebruikt voor de jacht op vossen. Ze jaagden de vossen met geblaf uit hun hol, waarna de Foxhound en jager jacht op hem konden maken. Op een gegeven moment werd de Jack Russell ook voor andere dieren, zoals Dassen gebruikt. Hierdoor ontstond de laagbenige Jack Russell. Later werd hij ook ingezet als bestrijder van ongedierte als ratten en muizen. Tegenwoordig is de Jack Russell vooral een vrolijke gezinshond met een grote persoonlijkheid en veel energie.